27 april 2012

Wist-je-datjes voor dummies


Er is een vreemd en hardnekkig virus op ronde. Het is gekend als het 'wist-je-datjessyndroom', en heeft verschillende symptomen. Eén van de bekendste is de 'titel' van een opsomming. Een reeks wist-je-datjes begint normaal gezien met de woorden “Wist je dat...”, waarbij elke regel een verderzetting is van die zin. Sommigen gebruiken letterlijk 'wist-je-datjes' als titel, maar doen dan alsof er toch “Wist je dat...” staat. Je krijgt dus een beschrijvende titel, en een lijst onvolledige zinnen.
Wist-je-datjes
  • deze zin geen begin heeft?
  • dat dus redelijk belachelijk overkomt?
Een tweede, veel voorkomend symptoom is de overgang tussen echte wist-je-datjes (de
zinnen die aangevuld worden) en opgesomde zinnen.
Wist je dat...
  • deze zin wel een begin heeft, en dus juist is?
  • Deze zin staat los van de beginwoorden, en hoort hier dus niet thuis.
Andere, minder vaak voorkomende symptomen zijn de dubbele 'dat', en een verkeerd gebruik van hoofdletters en leestekens.
Wist je dat...
  • Dat er in deze zin een 'dat' te veel staat, en dat die hoofdletter verkeerd gebruikt wordt?
  • deze zin een vraag is en dus moet eindigen op een vraagteken.
  • het zelfs moeilijk is om juiste leestekens te gebruiken als er meerdere zinnen staan. Sommige mensen verliezen zodanig hun verstand door dit syndroom, dat ze vragen op punten laten eindigen, en gewone zinnen op vraagtekens?
Natuurlijk gaat het niet alleen over de eigenlijke wist-je-datjes. Zo'n lijst kan beginnen met om het even welke woorden. Het probleem blijft echter hetzelfde.
Daarom vraag ik om...

  • extra aandacht te hebben voor opsommingen van zinnen die ingeleid worden door dezelfde woorden;
  • extra te letten op een juist gebruik van leestekens;
  • op te merken dat gewone zinnen in zo'n lijst kunnen eindigen op een punt, of op een puntkomma (behalve de laatste, dan). Heb je ergens in je opsomming twee zinnen, kies dan voor de punt. Anders krijg je kunstgrepen als in dit geval.

13 april 2012

Tips voor beginnende interviewers

Een goed interview begint met een goede voorbereiding

  • Begin op tijd met contact te leggen en opzoekingen te doen, zo hou je achteraf genoeg tijd over om goedkeuring voor publicatie te vragen.
  • Bereid je voor: vraag niet naar zaken die je gewoon kunt googelen.
  • Bereid je gesprekspartner voor: laat weten waar je het over wilt hebben, zodat hij of zij al kan nadenken over leuke of interessante dingen om te vertellen.

Een interview is een geschreven weergave van een vlot gesprek

  • Verwerk een interview via correspondentie of mails tot een echt gesprek. Stel bijvoorbeeld geen drie vragen na elkaar. Stel er een, en laat de andere weg. Als ze toch nodig of nuttig zijn, stel je ze later, na een eerste deel van het antwoord.
  • Geef het interview niet letterlijk weer, maar zorg voor een vlotte tekst met een logisch verloop. Speel desnoods wat met de volgorde waarin bepaalde onderwerpen aan bod kwamen als dat beter is voor je tekst.
  • Smileys in de tekst, dat past niet. Vervang smileys door (lacht) of (knipoogt), met cursivering.
  • Tekst tussen haakjes is altijd iets wat de interviewer toevoegt aan de tekst. De voorbeelden hierboven zijn goede illustraties. Ook noten van de redactie (n.v.d.r.) mogen erbij, maar gebruik dat zo weinig mogelijk. Gaat het over een bepaalde persoon en vermeldt de geïnterviewde alleen de voornaam, dan komt een n.v.d.r. met de familienaam over als opschepperij. Zet de familienaam er gewoon bij, alsof de geïnterviewde die zelf uitgesproken heeft.

De belangrijkste gesprekspartner is de geïnterviewde

  • De lezers zijn geïnteresseerd in wat de geïnterviewde te vertellen heeft, niet in wat jij gegeten of meegemaakt hebt voor je naar het gesprek vertrok.
  • Zorg dat in je tekst vooral de geïnterviewde aan het woord is. Stelde je een lange vraag en kreeg je een kort antwoord? Probeer dat om te draaien.

Zorg dat je geen klachten krijgt

Leg je gesprekspartner geen woorden in de mond en zorg dat je tekst vlot leesbaar is.

Voorbeelden

Dus niet:
  • “Ik hoorde dat je mag meespelen in een Hollywoodfilm, en dat je tegenspeler je grote idool is. Klopt dat?”
    “Inderdaad. Fantastisch, hé?”
  • Maar als je de Chiro draaiende moet houden met slechts een handvol leid(st)ers, dan loont het de moeite om te experimenteren met je manier van werken.
Maar bijvoorbeeld:
  • “Ik hoorde dat je mag meespelen in een Hollywoodfilm.”
     “Inderdaad. En mijn tegenspeler is mijn grote idool. Fantastisch, hé?”
     (n.v.d.r.: Dat is iets anders dan mensen woorden in de mond leggen. Wat er staat, was wel degelijk de inhoud van het gesprek op dat moment. Alleen de vertaling naar tekst verschilt wat van hoe het gesprek verlopen is.)
  • Maar als je de Chiro draaiende moet houden met slechts een handvol leiders of leidsters, dan loont het de moeite om te experimenteren met je manier van werken.