“Opgelet: de laatste drie rijtuigen zijn niet toegankelijk voor de reizigers richting Harelbeke.”
Wat een vreemd soort Apartheid verkondigt die conducteur? Wat hebben die reizigers dan wel misdaan, dat ze het paradijs van die laatste drie rijtuigen niet binnen mogen? En hoe wordt dat gecontroleerd? Het lijkt me sterk dat die wagons echt niet toegankelijk zijn voor een bepaalde groep reizigers – er zullen dus wel portiers staan om die toegang te weigeren. Maar waarop baseren zij zich dan? Momenteel zijn we nog allemaal richting Harelbeke aan het reizen, want deze trein passeert daar nu eenmaal. Dat je alleen maar in die wagons mag op het moment dat je afgestapt bent, is absurd.
Enkele dagen later wordt het zelfs nog erger: “De laatste vier rijtuigen zijn verboden voor reizigers met bestemming Harelbeke.”
Vreemd hé, dat mensen die zoveel moeten communiceren er zo weinig van bakken? Ze kunnen er natuurlijk niet veel aan doen: dat soort mededelingen wordt hen ongetwijfeld aangeleerd. Ze zeggen immers allemaal gelijkaardige dingen. En toch kan ik er niet goed bij. Vraag zo'n conducteur tijdens de controle van de vervoersbewijzen eens waarom bepaalde reizigers niet in bepaalde wagons mogen gaan zitten ('wagons', ja, en 'gaan zitten', in plaats van 'plaatsnemen in rijtuigen'). Het antwoord is heel gewoon: door werken is een deel van het perron afgezet, en die drie wagons komen niet aan het toegankelijk gedeelte. Mogen die reizigers daarom niet in die wagons gaan zitten? Tuurlijk wel. Ze moeten alleen zorgen dat ze in een andere wagon staan wanneer de trein in Harelbeke aankomt, anders kunnen ze niet uitstappen.
“Opgelet: de laatste drie wagons komen door werken niet aan het perron in het station van Harelbeke. Reizigers voor Harelbeke gaan het beste in een van de eerste zes wagons zitten.”
Zo moeilijk is dat. En als je nog nummers van wagons afleest om duidelijk te maken welke de eerste of de laatste wagons zijn: vermeld eerst waar je dat nummer vindt, en dan pas wat het betekent. Véél efficiënter!
Sint-Joris trekt ten strijde tegen ambtenarentaal, rammelende teksten en andere taaldraken. Gespecialiseerd in teksten voor het jeugdwerk en het onderwijs.
29 november 2013
22 november 2013
Taal is van de gebruikers – met alle gevolgen van dien!
Taal evolueert doordat mensen ze op een
andere manier gaan gebruiken. Als genoeg mensen meedoen, wordt de
verandering de nieuwe norm. Soms is dat zelfs zo flexibel dat we het
omgekeerde schrijven van wat we bedoelen, en dat iedereen het
begrijpt zoals je het bedoelde. Meer zelfs: als je het juist
schrijft, krijg je zelfs opmerkingen, alsof jij
degene bent die er niets van kent. Wat doe je daar dan mee? Tegen
windmolens blijven vechten, of die woorden en uitdrukkingen gewoon
nooit meer gebruiken? Of lijdzaam toezien hoe de betekenis
verschuift, zodat historici zich over een paar honderd jaar het hoofd
kunnen breken over teksten die een andere werkelijkheid beschrijven
dan de historische vondsten aantonen?
Tijd
voor voorbeelden, zeker? Het bekendste is 'weerhouden'. Het slechte
weer weerhoudt ons er niet van om te gaan wandelen. Gaan we dus
wandelen? Ja, natuurlijk. (En merk op dat 'er' en 'van' mee
in die zin moeten staan.)
Maar mijn kandidatuur werd niet weerhouden.
Ben ik dus geselecteerd? Nee, denk je. Fout. Toch wordt bedoeld dat
ik niet bij de gelukkigen ben, en hoewel ik weet dat het taalkundig
fout is, zal ik toch niet opdagen bij de volgende ronde. Gek hé!
Een
ander voorbeeld: op een haar na. Als je een doelkans op een haar na
mist, heb je dan gescoord? Nee, denk je. Fout. Zonder dat haar had je
gemist, maar het was er wel. Vreugdedansje! De verwarring komt in dit
geval waarschijnlijk door de uitdrukking 'dat scheelde geen haar': je
was er heel dicht bij.
Nog
een voorbeeld, en een extra eigenaardig: als iets met een sisser
afloopt, is dat dan goed of slecht? Dat hangt ervan af of je een
Vlaming bent of een Nederlander. In Vlaanderen is het een
teleurstelling, in Nederland
halen ze opgelucht adem want
het is minder erg dan gevreesd.
Als je die uitdrukking gebruikt, moet je dus altijd goed nagaan wie
je lezers zijn, en er desnoods bij vermelden in welke betekenis je de
uitdrukking gebruikt. Of het gewoon anders verwoorden, natuurlijk,
want wie zal zich er nu mee bezighouden om voetnoten bij
uitdrukkingen te zetten?! (Van
Dale kent trouwens alleen de Nederlandse betekenis, ondanks de
inspanningen van de VRT-taaladviseur.)
Is dat
dan niet jammer, dat we bepaalde woorden of uitdrukkingen niet meer
gebruiken? Dat is toch taalverarming? Tja, dat is één manier om het
te bekijken. Anderzijds: bewust nadenken over wat je schrijft, leidt
dikwijls tot creatieve oplossingen. Dat kan dus zelfs de taal
verrijken. En wat heb je het liefste: dat iedereen je begrijpt zonder
dat je alles moet uitleggen? Of dat je taalgebruik een museum is van
alle evoluties die veroorzaakt zijn door mensen die er eigenlijk niet
veel van begrepen?
11 november 2013
Steentjes in mijn schoen
Blijkbaar neem ik het leven veel te
ernstig. “Het is toch allemaal maar om te lachen? Het is toch
allemaal zo erg niet?” Jawel, het is wél erg. En het is misschien
bedoeld om te lachen, maar hoe komt het dan dat zoveel mensen er een
probleem mee hebben? En dat we dat zo weinig horen?
Heb ik het over de vele dt-fouten die
ik moet verbeteren? Het had gekund, want ook daarvan zeggen mensen
dat het toch allemaal niet zo belangrijk is. Zolang je elkaar maar
begrijpt. Pas op: tot op zekere hoogte ga ik daarmee akkoord. Ik zal
dan ook zelden reageren als mensen zich verspreken, of als ze fouten
schrijven in een mail, in een statusupdate of in een tweet. (Dat
mensen fouten maken, is 'allemaal zo erg niet', maar erop reageren,
dat is een heel andere kwestie, jij spellingnazi!) In officiële
communicatie, zoals drukwerk dat verspreid wordt naar iedereen die
leiding geeft in de Chiro, is het wél heel belangrijk dat er geen
fouten in staan – of toch zo weinig mogelijk, we
zijn tenslotte allemaal menselijk. Als koepelorganisatie hebben
we namelijk een voorbeeldfunctie, en zoals spelregels belangrijk zijn
in een spel zijn de regels van een taal belangrijk voor wie ze wil
gebruiken. Niet genoeg aandacht besteden aan je taal is dus niet
zomaar slordigheid, het is een kwestie van een slecht voorbeeld zijn (met dank aan Jackson Katz voor dat inzicht).
Voor een jeugdbeweging is dat dubbel erg, want het is van 'onze'
jonge mensen dat er zo dikwijls geklaagd wordt dat ze niet meer
kunnen schrijven. Bovendien is het een kwestie van toegankelijkheid
voor wie de taal nog aan het leren is.
Maar daar wilde ik het niet over
hebben, mijn inleiding ging over iets veel belangrijkers en
ingrijpenders. Van een goede tekst verwacht ik namelijk niet alleen
dat er geen fouten in staan (want die
leiden de aandacht af van de inhoud en geven een onprofessionele
indruk). Hij moet ook gendervriendelijk zijn, en dat
is niet zo moeilijk. Als je schrijft over mannen en vrouwen, dan
moet dat duidelijk blijken. Als je publiek bestaat uit mannen en
vrouwen, moet je hen bovendien allebei aanspreken. Dat laatste
betekent niet dat je moet beginnen met 'dames en heren', maar dat je
referentiekader moet aansluiten bij de belevingswereld van zowel
mannen als vrouwen. Ik geef een voorbeeld, want dat klinkt een beetje
abstract. Het volgende fragmentje komt uit de Metro van een tijdje
geleden.
Vanuit de
Verenigde Staten is heuglijk nieuws overgewaaid: Kim Kardashian
overweegt om opnieuw voor Playboy te poseren.
Wat verder gaat het nog over 'volle
glorie' en 'moordlijf'. Het komt uit zo'n artikeltje rond het
tv-programma, waar het altijd over beroemdheden en hun exploten gaat
– zelden over hun werk – en waarin de toon niet altijd helemaal
objectief en afstandelijk moet zijn. Dat snap ik wel, maar zou dit
fragmentje door een vrouw bedacht zijn? Ik vermoed van niet. En wie
spreekt Metro aan met zo'n artikeltje? Niet de heteroseksuele
vrouwen, volgens mij. Van homoseksuele vrouwen weet ik het niet, maar
ik kan me voorstellen dat er aangenamer 'lectuur' is dan de Playboy.
En wie ook niet? Mensen die niet geïnteresseerd zijn in boekjes waar
mensen als lustobjecten in geportretteerd worden, die dat soort
exploitatie obsceen vinden en die zich bij het 'lezerspubliek' altijd
een bende kwijlende kleuters voorstelt. Het is toch allemaal zo erg
niet, dat ik nu ook een beetje veralgemeen en overdrijf?
Vergelijkbaar, maar nog moeilijker om
tegen te protesteren: het 'ironische' seksisme en racisme à la
Woestijnvis. Probeer je daar iets van te zeggen, dan heb je direct
afgedaan, want als dat al
niet om te lachen is ... Het gebeurt altijd in zo'n sfeertje van
haha, mannen (!) onder elkaar, we weten dat het eigenlijk niet hoort,
maar haha, we zeggen het toch, want iedereen weet dat
het maar om te lachen is. Seksisme
dat maar om te lachen is, is nog altijd seksisme (bedankt voor de
quote, Anita
Sarkeesian). Dat het maar om te lachen is, maakt het juist nog
erger, want zo doe je alsof het iets onschuldigs is. Dat kun je
alleen maar denken zolang je er zelf geen slachtoffer van geworden
bent. Toegegeven, soms vind ik het inderdaad weleens grappig, maar
seksisme, racisme en homofobie in grappen zijn als steentjes in je
schoen: ze mogen nog zo klein zijn, je voelt wel voortdurend dat ze
in de weg zitten en je wilt ze zo vlug mogelijk doen verdwijnen. En
zelfs daarna voel je nog dat ze er gezeten hebben. (Homofobie
is trouwens geen fobie: je bent niet bang, je bent gewoon een
idioot.)
'Geubels
en de Belgen' vond ik bijvoorbeeld een geweldig programma, en
bijzonder grappig. Philippe Geubels was niet meer zo openlijk
seksistisch als in M!LF, dat niet subtiel, niet goed gevonden en
zeker niet grappig was. Toch viel het me regelmatig op dat hij een
verhaal begon met “Ken je dat ...?”, om vervolgens iets te
vertellen dat waarschijnlijk alleen mannen en
maar sommige vrouwen
(her)kennen.
“Ken je dat, dat je dan
tegen je vrouw zegt …?”
Is dat
allemaal zo erg? Het is toch maar om te lachen? Denk ervan wat je
wilt, maar volgens mij zou het nog meer om te lachen zijn als
iederéén kan meelachen. Is het dus 'zo erg'? Het
hangt er maar van af hoe goed je wilt zijn in je vak.
PS: Een gelukkige Vrouwendag iedereen! En als je zin hebt om eens goed te lachen vandaag: om 18 uur moet je op het Muntplein in Brussel zijn voor 'Womedy!'.
Abonneren op:
Posts (Atom)