Heb ik het over de vele dt-fouten die
ik moet verbeteren? Het had gekund, want ook daarvan zeggen mensen
dat het toch allemaal niet zo belangrijk is. Zolang je elkaar maar
begrijpt. Pas op: tot op zekere hoogte ga ik daarmee akkoord. Ik zal
dan ook zelden reageren als mensen zich verspreken, of als ze fouten
schrijven in een mail, in een statusupdate of in een tweet. (Dat
mensen fouten maken, is 'allemaal zo erg niet', maar erop reageren,
dat is een heel andere kwestie, jij spellingnazi!) In officiële
communicatie, zoals drukwerk dat verspreid wordt naar iedereen die
leiding geeft in de Chiro, is het wél heel belangrijk dat er geen
fouten in staan – of toch zo weinig mogelijk, we
zijn tenslotte allemaal menselijk. Als koepelorganisatie hebben
we namelijk een voorbeeldfunctie, en zoals spelregels belangrijk zijn
in een spel zijn de regels van een taal belangrijk voor wie ze wil
gebruiken. Niet genoeg aandacht besteden aan je taal is dus niet
zomaar slordigheid, het is een kwestie van een slecht voorbeeld zijn (met dank aan Jackson Katz voor dat inzicht).
Voor een jeugdbeweging is dat dubbel erg, want het is van 'onze'
jonge mensen dat er zo dikwijls geklaagd wordt dat ze niet meer
kunnen schrijven. Bovendien is het een kwestie van toegankelijkheid
voor wie de taal nog aan het leren is.
Maar daar wilde ik het niet over
hebben, mijn inleiding ging over iets veel belangrijkers en
ingrijpenders. Van een goede tekst verwacht ik namelijk niet alleen
dat er geen fouten in staan (want die
leiden de aandacht af van de inhoud en geven een onprofessionele
indruk). Hij moet ook gendervriendelijk zijn, en dat
is niet zo moeilijk. Als je schrijft over mannen en vrouwen, dan
moet dat duidelijk blijken. Als je publiek bestaat uit mannen en
vrouwen, moet je hen bovendien allebei aanspreken. Dat laatste
betekent niet dat je moet beginnen met 'dames en heren', maar dat je
referentiekader moet aansluiten bij de belevingswereld van zowel
mannen als vrouwen. Ik geef een voorbeeld, want dat klinkt een beetje
abstract. Het volgende fragmentje komt uit de Metro van een tijdje
geleden.
Vanuit de
Verenigde Staten is heuglijk nieuws overgewaaid: Kim Kardashian
overweegt om opnieuw voor Playboy te poseren.
Wat verder gaat het nog over 'volle
glorie' en 'moordlijf'. Het komt uit zo'n artikeltje rond het
tv-programma, waar het altijd over beroemdheden en hun exploten gaat
– zelden over hun werk – en waarin de toon niet altijd helemaal
objectief en afstandelijk moet zijn. Dat snap ik wel, maar zou dit
fragmentje door een vrouw bedacht zijn? Ik vermoed van niet. En wie
spreekt Metro aan met zo'n artikeltje? Niet de heteroseksuele
vrouwen, volgens mij. Van homoseksuele vrouwen weet ik het niet, maar
ik kan me voorstellen dat er aangenamer 'lectuur' is dan de Playboy.
En wie ook niet? Mensen die niet geïnteresseerd zijn in boekjes waar
mensen als lustobjecten in geportretteerd worden, die dat soort
exploitatie obsceen vinden en die zich bij het 'lezerspubliek' altijd
een bende kwijlende kleuters voorstelt. Het is toch allemaal zo erg
niet, dat ik nu ook een beetje veralgemeen en overdrijf?
Vergelijkbaar, maar nog moeilijker om
tegen te protesteren: het 'ironische' seksisme en racisme à la
Woestijnvis. Probeer je daar iets van te zeggen, dan heb je direct
afgedaan, want als dat al
niet om te lachen is ... Het gebeurt altijd in zo'n sfeertje van
haha, mannen (!) onder elkaar, we weten dat het eigenlijk niet hoort,
maar haha, we zeggen het toch, want iedereen weet dat
het maar om te lachen is. Seksisme
dat maar om te lachen is, is nog altijd seksisme (bedankt voor de
quote, Anita
Sarkeesian). Dat het maar om te lachen is, maakt het juist nog
erger, want zo doe je alsof het iets onschuldigs is. Dat kun je
alleen maar denken zolang je er zelf geen slachtoffer van geworden
bent. Toegegeven, soms vind ik het inderdaad weleens grappig, maar
seksisme, racisme en homofobie in grappen zijn als steentjes in je
schoen: ze mogen nog zo klein zijn, je voelt wel voortdurend dat ze
in de weg zitten en je wilt ze zo vlug mogelijk doen verdwijnen. En
zelfs daarna voel je nog dat ze er gezeten hebben. (Homofobie
is trouwens geen fobie: je bent niet bang, je bent gewoon een
idioot.)
'Geubels
en de Belgen' vond ik bijvoorbeeld een geweldig programma, en
bijzonder grappig. Philippe Geubels was niet meer zo openlijk
seksistisch als in M!LF, dat niet subtiel, niet goed gevonden en
zeker niet grappig was. Toch viel het me regelmatig op dat hij een
verhaal begon met “Ken je dat ...?”, om vervolgens iets te
vertellen dat waarschijnlijk alleen mannen en
maar sommige vrouwen
(her)kennen.
“Ken je dat, dat je dan
tegen je vrouw zegt …?”
Is dat
allemaal zo erg? Het is toch maar om te lachen? Denk ervan wat je
wilt, maar volgens mij zou het nog meer om te lachen zijn als
iederéén kan meelachen. Is het dus 'zo erg'? Het
hangt er maar van af hoe goed je wilt zijn in je vak.
PS: Een gelukkige Vrouwendag iedereen! En als je zin hebt om eens goed te lachen vandaag: om 18 uur moet je op het Muntplein in Brussel zijn voor 'Womedy!'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten