6 juni 2014

Meepraten met de jeugd: homofoondominantie

Het is blijkbaar weer even een populaire term. Een anonieme lector Nederlands mailde naar het radioprogramma Hautekiet om de dt-fixatie aan te klagen. Volgens hem of haar worden dt-fouten te zwaar bestraft. O verrassing: het kot is weer eens te klein op de nieuwsfora en de sociale media.

Is homofoondominantie een populaire term bij de jeugd? Waarschijnlijk niet, maar het belangt hen wel aan. Het is namelijk een fenomeen dat verklaart waarom we dt-fouten schrijven. En met ‘we’ bedoelen veel mensen in deze context ‘de jeugd’, want het is blijkbaar ‘de jeugd’ die sms’t en twittert en noem maar op. (Ook onze politici en bedrijfsleiders twitteren nochtans, en ze halen daar bovendien het nieuws mee. Nieuwsredacties doen zelfs alsof de mening van een schoenenverkoper ergens toe doet. Alleen maar omdat hij een racistisch personeelsbeleid voert dat Unizo ‘voorbeeldig’ noemt en zich daarom bevoegd voelt om de coalitiebesprekingen te ‘beïnvloeden’.)
“Homofone werkwoordsvormen” zijn werkwoordsvormen die anders klinken maar hetzelfde geschreven worden, zoals “ik word” en “hij wordt”. Een van de twee vormen komt altijd meer voor dan de andere met als gevolg dat we die vorm automatisch schrijven als we niet goed opletten. (Geciteerd uit het artikel op deredactie.be, waar ze eerst 'klinken' en 'geschreven worden' verwisseld hadden. Gelukkig is er Twitter om dat soort zaken snel te regelen. ;))
Met andere woorden: kom je in teksten meer ‘gebeurd’ tegen dan ‘gebeurt’, dan kan het goed zijn dat je spontaan ‘het gebeurd’ schrijft en dat je pas achteraf merkt dat je een fout maakte. Of zelfs dan nog niet, want op dezelfde manier kun je dat soort fouten laten staan wanneer je een tekst naleest, gewoon omdat je ze niet opmerkt. Dat betekent trouwens dat ik op een heel onnatuurlijke manier moet lezen om mijn werk te kunnen doen. Ferm hé! ;)

En wat is mijn mening? Ja, we besteden er veel aandacht aan. Ja, het is jammer dat iemand 10/20 krijgt voor een schitterend proefwerk godsdienst waar vijf dt-fouten in staan. Anderzijds: het is waar dat dt- en andere taalfouten in een cv of een sollicitatiebrief dom overkomen en je een job kunnen kosten. Het is waar dat dt-fouten in een artikel aan de betrouwbaarheid van de auteur doen twijfelen. Daarom: lees je teksten na. Of nog beter: laat iemand anders het doen.

Dat je fouten maakt in informele communicatie is niet erg. In formele communicatie is het slordig, en in het onderwijs moet minstens daarop gewezen worden. Niet door punten af te trekken, tenzij de oefening specifiek over spelling en grammatica gaat. En er moet meer aan gedaan worden in plaats van alleen maar op de fouten te wijzen. Via driloefeningen, bijvoorbeeld. Als je die goed opstelt, kun je namelijk iets doen aan die homofoondominantie. Dat zou nogal eens een revolutionaire aanpak zijn!


('Meepraten met de jeugd' is een mailnieuwsbriefje dat ik elke werkdag verstuur naar collega's die wat meer wilden weten over jongerentaal en socialemediaterminologie.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten