Er zijn twee soorten. Wil je geen fouten maken, dan kun je lijstjes van buiten leren. Op de site van de Taalunie leggen ze ongeveer uit welke regels erachter zitten. Hieronder vind je enkele voorbeelden.
- Met hoofdletter: Jan en alleman, Jan met de pet, Jan Modaal en voor Jan Lul staan.
- Zonder hoofdletter: de grote jan uithangen, op z'n janboerenfluitjes, jan-van-gent en janlul.
(Ook grappig om te zien: een pietje-precies kan ook een jantje-secuur heten.)
Mensen die mij kennen of die mijn interesse voor taal wat volgen via een of ander online platform weten dat ik sterk achter genderbewustzijn sta. In bepaalde gevallen geef ik daarom de voorkeur aan sekseneutrale termen. Let wel: mannelijke beroepsbenamingen zijn nooit sekseneutraal, zelfs al worden ze zo gebruikt. In andere gevallen streef ik naar genderevenwicht, en als het kan liefst zelfs met inbegrip van niet-binaire genders.
Binair genderevenwicht betekent onder andere dat je overal 'hij of zij' gebruikt. Altijd de twee, want dan gaat het ook over allebei. Zelfs al beweert iemand dat 'hij' altijd naar mannen én vrouwen verwijst, in het hoofd van de lezer of de lezeres is het altijd een man. Door bijvoorbeeld 'leiders en leidsters' consequent naast elkaar te zetten, vermijd je bovendien dat ze los van elkaar gezien worden en dat er een verschil in appreciatie ontstaat zoals tussen secretaris en secretaresse.
Wat heeft heel dat genderbewustzijn nu met vaste uitdrukkingen te maken? Veel, want Jan is een man, maar Jan met de pet betekent 'een gewone, eenvoudige mens'. Die mens kan ook een vrouw zijn, maar daar staan mensen niet bij stil. Gelukkig ben ik niet de enige die daar aandacht voor heeft, en zijn er al alternatieven bedacht:
- Jan met de pet en Mien met de bloemetjesjurk (Te lang? Lees vooral verder!)
- Jan en An Publiek