3 september 2015

Leestekens in opsommingen

Op school leerden wij dat een opsomming één lange zin is. Dat betekende:
  • dat elk puntje moest eindigen met een puntkomma;
  • dat er alleen na het laatste puntje een punt komt;
  • dat je in de problemen komt zodra er een puntje tussen zit van meer dan één zin. Als die niet op het einde van de opsomming komt, zit je namelijk met rariteiten;
  • dat je je puntjes dus het beste kort houdt, of dat je zinnen op onmogelijke manieren aan elkaar moet breien.
Toen ik al als taalcorrector werkte, volgde ik een vorming over ‘schrijven voor het web’. Daarin werd iets anders verteld. ‘Vlot leesbaar’ en ‘grammaticaal correct’ gaan niet altijd makkelijk samen, maar leesbaarheid is het belangrijkste. Dat wil dus zeggen:
  • Begin elk puntje met een hoofdletter, zelfs als de opsomming een inleiding heeft die eindigt met een dubbelpunt
  • Als elk puntje uit één zin bestaat, moet er geen punt achter
  • Vragen en uitroepen hebben een gespecialiseerd leesteken, en dat moet er natuurlijk wél staan
Ik ben nogal een fan van consequent zijn. In een opsomming heb ik dus graag eenvormigheid: ofwel overal een leesteken, ofwel nergens. Eindigt een van de items op een uitroepteken of een vraagteken? Of zit er een tussen van meer dan één zin, waardoor het eindigt op een punt? Dan laat ik ook de andere eindigen op een punt.
Consequentie voor alles, en leesbaarheid boven grammatica dus. Maar ik ben wel opgekweekt met zinsontleding, en zo’n opsomming met een inleiding is nog altijd iets dat een beetje wringt. Daarom vermijd ik die dubbelpunt waar ik kan. Is de inleiding een zin op zich, dan laat ik ze eindigen als een zin. Een voorbeeld: “Vraag jezelf daarbij het volgende af”. Meestal staat daar een dubbelpunt achter, en dan de opsomming. Dat zegt eigenlijk twee keer hetzelfde, want die dubbelpunt geeft ook aan dat er iets volgt. Nochtans volgen die vragen ook nog als de zin zelf afgesloten wordt.
Gebruik je zelf een opsomming in je tekst en wil je dat aanpakken zoals ik? Vraag je dan het volgende af.
  • Kan de inleiding gewoon afgesloten worden? Dan mag daar een punt staan in plaats van dubbelpunt.
  • Is er een puntje dat uit meer dan één zin bestaat? Laat dan elk puntje eindigen op een leesteken.
  • Zijn het allemaal korte puntjes zonder werkwoord? Hoofdletter vooraan, geen leesteken achteraan.
Dat laatste illustreert nog een andere manier waarop ik mijn opsommingen graag eenvormig heb: ofwel zijn het allemaal trefwoorden, ofwel allemaal zinnen. Anders is het een rommeltje, dan breek je de leescadans. Als alles hetzelfde opgebouwd is, kun je makkelijk doorlezen. Wissel je tussen zinnen en trefwoorden, dan stop je weerhaakjes in je tekst. Je laat de lezer/es struikelen. Zo trek je wel de aandacht, maar struikelen is vervelend. Ik geef een voorbeeld. Wat heb je nodig als je op weekend gaat?
  • Slaapgerief.
  • Wasgerief.
  • Wil je je ook scheren? Scheergerief.
Dat ziet er niet uit, hé. (Vind ik toch.) Je kunt het als volgt verbeteren.
  • Slaapgerief
  • Wasgerief
  • Als je je wilt scheren: scheergerief
Hier gaat het om een kort zinnetje, dus dat zou ik waarschijnlijk nog zo laten staan, maar om het helemaal eenvormig te maken:
  • Slaapgerief
  • Wasgerief
  • Eventueel scheergerief

21 augustus 2015

Chirowerking geven gaat helemaal vanzelf

Als ik het allemaal maar liet passeren, zou je de indruk krijgen dat het helemaal niets inhoudt om groepen te begeleiden. Zowel op zondag bij een afdeling als op cursus gaat alles schijnbaar vanzelf.
“De groep wordt in twee ploegen verdeeld.”
“Het trajectboekje wordt overlopen.”
“Hierbij is het belangrijk dat benadrukt wordt dat blablabla”
Je zou haast vergeten dat je dat allemaal zelf moet doen. ‘Als leiding’, want dat staat er ook heel dikwijls bij. “Als leiding hou je een oogje in het zeil.” Als piraat of ontdekkingsreizigster hoeft dat niet, maar als leiding dus wel. Alsof ontdekkingsreizigsters en piraten niets beters te doen hebben dan handleidingen voor Chiroleiding te lezen! Maar toch, stel je voor dat zij ineens een oogje in het zeil zouden houden. Nu, die piraat is daar misschien wel goed in ... Maar nee, er staat ‘als leiding’! Niets aan te doen.

24 juni 2015

Het ga je goed

Het duikt weer overal op in mijn socialemedianieuwtjes: “Het gaat je goed.” In dit geval gaat het meestal over Thé Lau, de pas overleden zanger van The Scene, en dat maakt het vreemd. Waarom? Omdat ‘het gaat je goed’ een vaststelling is, geen wens. Als je dat zegt tegen iemand die trouwt, of die een huis koopt, dan kan het er nog mee door. Ja, dan gaat het goed, want je neemt een belangrijke stap in je leven en je begint aan een nieuw hoofdstuk. Als je iets wilt wensen, moet je een andere werkwoordsvorm gebruiken. De subjonctief, heet dat, of in het Nederlands: de aanvoegende wijs. Zoals in ‘uw wil geschiede’, of ‘men weze gewaarschuwd’, dat met die ‘men’ erbij nog duidelijker maakt dat het over een stijve en ongewone constructie gaat.

Nee, met iemand die overleden is, gaat het niet goed. Je kunt hem of haar wel alle goeds toewensen, ook als je zelf niet in een hiernamaals gelooft. Dat is een geijkte vorm van afscheid nemen. Maar bij geijkte gewoonten horen geijkte formuleringen, dus: het ga je goed, Thé. En bedankt voor vele mooie herinneringen aan mijn jeugdjaren, voor heel veel ontroering, en voor de inspirerende energie die je het voorbije jaar nog had.


24 april 2015

m/v/x

Was het juist komkommertijd, of is het inderdaad een wereldschokkend nieuwtje? De Chiro vermeldt op vacatures voortaan niet meer 'm/v' maar 'm/v/x'. Een kleine aanpassing, maar een wereld van verschil voor iedereen die zich niet als man of vrouw identificeert. Het zelfmoordcijfer bij mensen met een transgenderidentiteit ligt bijvoorbeeld ontstellend hoog, doordat onze samenleving (en niet alleen de onze) zo weinig begrip kan opbrengen voor wie 'anders' is. Dat leidt tot uitsluiting en zelfs (dodelijk) geweld. Met de Chiro willen we onze maatschappelijke rol opnemen en een voortrekkersrol spelen om tot meer aanvaarding te komen.

Over wie kan dat allemaal gaan?
  • Mensen met een transgenderidentiteit: mensen met een mannenlichaam die zich vrouw voelen of omgekeerd, al dan niet met de wens om innerlijk en uiterlijk via behandelingen en/of operaties met elkaar in overeenstemming te brengen
  • Mensen die intersekse zijn: zij hebben lichamelijke kenmerken van mannen én vrouwen; dat kan over hormonen, geslachtsdelen en/of chromosomen gaan
  • Mensen die zich noch man noch vrouw voelen (non-binair of agender)
  • Mensen die zich nu eens man, dan eens vrouw, beide tegelijk (androgyn), of zelfs nog iets anders voelen (genderfluid)
Gaat dat dan over veel mensen? Volgens Het Laatste Nieuws toch over een goeie dertigduizend in Vlaanderen. Maar hoe meet je zoiets, als velen zwijgen uit angst voor hun omgeving?

Voor wie meer wil weten over al die zaken: 'Gender, identiteit en diversiteit' is een goeie, korte inleiding.

Lo and behold: gisteren (23 april 2015) erkende de Raad van Europa het derde geslacht X. Eerder bestond het onder andere al in Duitsland en Thailand.

We kregen onder andere felicitaties van het Vrouwen Overleg Komitee, en daar zijn we natuurlijk trots op. Maar niet iedereen neemt het ons in dank af:
  • spiritualia.be vindt het logisch als je er niet over nadenkt (nee, het is inderdaad niet duidelijk wat ze bedoelen, maar in een ander bericht noemen ze de Antwerpse bisschop 'niet pluis' omdat hij het opneemt voor holebikoppels)
  • Katholieke Actie Vlaanderen noemt ons moreel failliet en roept ouders op om hun kinderen weg te halen bij die 'perverse en anti-christelijke Chiro' (trigger warning!)
Naastenliefde vraagt natuurlijk bovenmenselijke inspanningen, dus we zullen dat maar normaal vinden, zeker? :p

Persaandacht:


Eerder verschenen in het nieuwsbriefje 'Meepraten met de jeugd'.

17 maart 2015

Het geval ‘en/of’

Ik kwam vandaag de volgende zin tegen:
Elk gewest heeft twee meters en/of peters.
Wat er bedoeld wordt, is dat er voor elk gewest twee mensen zijn die de peter-meterwerking opnemen. Dat kunnen dus twee meters zijn, of twee peters, of een meter en een peter. Die 'en/of' moest dat duidelijk maken, maar dat klopt niet. 'En/of' betekent: het is ofwel allebei, ofwel één van beide. In dit geval: ofwel twee meters, ofwel twee peters, ofwel twee meters én twee peters en dus samen vier personen.

Hoe los je dat nu op? Door je zin om te draaien, of door andere woorden te kiezen.
Via de peter-meterwerking zijn er voor elk gewest twee contactpersonen. 
Elk gewest heeft twee mensen die als peter of meter optreden.

13 maart 2015

Jaarthema’s van de Chiro zijn een sausagefest

Chirojeugd Vlaanderen zet elk werkjaar een aspect van haar visie in de kijker. Via verschillende impulsen wordt die visie zo onder de aandacht gebracht, en ondertussen verder uitgewerkt en verfijnd: bijvoorbeeld in activiteiten voor leden, in discussies met leiding, en in een groot evenement waar dikwijls ook 'de buitenwereld' bij betrokken wordt. Als rode draad en dragend vehikel bedenken we daarvoor een verhaal. De hoofdpersonages van dat verhaal zijn dan een soort verpersoonlijking van het thema.

Jaarthema's verzinnen en zulke verhalen bedenken is niet eenvoudig. Het verhaal moet namelijk kinderen én jongeren aanspreken, en jongens én meisjes. Omdat we onze boodschap al moeten verkopen, maken we van dat verhaal dus iets wat aanspreekt. Het mag met andere woorden geen (extra) drempel inbouwen. En daar wringt het schoentje, want dat betekent dat we daarbij een marketinglogica volgen.

Marketingonderzoek leerde ons al dat we met onze bekendmakingsaffiches vooral jongeren moeten aanspreken. Kinderen volgen vanzelf, onder andere omdat ze opkijken naar wie ouder is. Omgekeerd worden jongeren niet aangesproken door 'kinderachtige' affiches. In de literaire wereld blijkt dan weer dat jongens niet geïnteresseerd zouden zijn in verhalen over meisjes. J.K. Rowling, van de gigantische succesreeks Harry Potter, gebruikt haar initialen omdat een vrouwennaam volgens haar uitgever jongens afschrikt, zelfs al gaat het verhaal over een jongen. Wie de Bechdeltest kent, weet ongetwijfeld dat er bedroevend weinig films zijn waarin twee vrouwelijke personages minstens één zin tegen elkaar zeggen die niet over een man gaat. (En dat terwijl 'screenwriting' in de jaren 1920 een door vrouwen gedomineerd beroep was. We gaan er dus op achteruit!) Vrouwen dienen als achtergrondversiering, als trofee voor de mannelijke held of als 'plot device'.

Conclusie van al die mechanismen: we leren al van jongs af dat blanke westerse mannen beschouwd worden als een universele standaard waar iedereen zich in kan of moet herkennen, en dat vrouwen niet belangrijk zijn. Mannen kunnen elke rol spelen, maar vrouwen zijn in de eerste plaats vrouw. Iets soortgelijks gebeurt met huidskleuren: blanken kunnen elke rol spelen, terwijl niet-blanken vooral gecast worden in verhalen waar hun etnisch-culturele achtergrond deel uitmaakt van het verhaal. (Gelukkig zijn er wel al uitzonderingen als 'I'm Not There' en 'How To Get Away With Murder'.) Een opvallende illustratie daarvan zien we in de Star Wars-versie van Angry Birds: de blanke mannen in het verhaal kunnen als vogel blijkbaar elke kleur hebben, behalve zwart en roze, want vrouw zijn of een zwarte huidskleur hebben, is hét onderscheidend kenmerk van de andere personages.

Conclusie voor mensen die een verhaal willen bedenken dat een visie moet helpen verkopen: we schrijven iets over een jongen of een man, en eventueel mag er nog een meisje of vrouw meedoen zodat het hoofdpersonage op iemand verliefd kan worden. Kiezen voor een vrouwelijk hoofdpersonage is dus op zich al een statement en een engagement. Zelfs in een jeugdbeweging waar meer dan de helft van de leden meisjes zijn.

We hebben nood aan andere verhalen. Niet alleen als jeugdbeweging, maar als samenleving, en niet alleen in Vlaanderen maar in heel de wereld. Superdiversiteit komt namelijk in heel de wereld voor. Dat betekent dat je overal mensen van overal vindt, en toch leren we elkaar blijkbaar niet goed genoeg kennen om in vrede samen te leven. Daarom is het belangrijk dat we verhalen leren kennen over mensen die anders zijn dan wij, en het maakt niet uit hoe je die 'wij' definieert. Iedereen heeft nood aan rolmodellen waarin we ons kunnen herkennen. Verhalen van mensen die anders zijn dan wij, verteld door die mensen zelf en op een manier die ze zelf kunnen kiezen, leren ons empathie ontwikkelen. (Verwondert het je nog dat mannen klagen dat ze vrouwen niet begrijpen?) En een veelheid aan perspectieven helpt ons van onze vooroordelen af. Dan zullen leidsters misschien niet meer zo geneigd zijn om zich een stoppelbaard te schminken omdat ze ervan uitgaan dat de piraat, de professor of de inbreker uit het inkledingsverhaaltje een man is. Het zou dan ook mooi zijn als de Chiro haar diversiteitsvisie ook promoot door haar keuze voor minder voor de hand liggende jaarthemafiguren.


P.S.1: Voor wie inspiratie zoekt: op 9 maart stelde Sesam tien superdiverse kinderboeken voor.

P.S.2: De aanleiding voor de titel is een aflevering van mijn nieuwsbrief Meepraten met de jeugd. Een van de aanleidingen voor de blogpost zelf is Internationale Vrouwendag.

Jaarthemafiguren van de laatste jaren

Zie chiro.be/jaarthema en chiro.be/wat-is-chiro/geschiedenis/oude-jaarthemas

2014-2015: ChiromantiekRens
2013-2014: WijkUitWouter de kabouter
2012-20113: GoestinkBriek, hond Sniffer en Jas (het verhaal draait rond Briek, die verliefd wordt op Jas)
2011-2012: Armoede is een onrechteen hele collectie monsters
2010-2011: Stout?Moedig!Rob en de Rover
2009-2010: Een maatje meerBenny en Vriend Vogel
2008-2009: Feest mee!--
2007-2008: Chi-ro-la-la-laMC Sollami, Fa Muzz, Veer-le, Kees Kaas (Sollami is de belangrijkste)
2006-2007: GeksentriekJo de pinguïn
2005-2006: Verdraai-De WereldLuz en zoontje Raf (een niet-westerse vrouw!)
2004-2005: NatuurLeuk!Pliep en Ploep
2003-2004: Play's 2BKaroo en Nette
2002-2003: Speel goedPol van het containerpark
2001-2002: ZINderINgBagger en Lampedeir
2000-2001: Maak het mee!Kor (+ bompa, Veerle en Ward)
1999-2000: KukelekunstKobus de clown, Mie de Muze en Jasmina de ballerina
1998-1999: Ik ren dus ik bentwee mannen en twee vrouwen (expeditieleden)
1997-1998: Met Liefspostbode Flo (een vrouw!)

30 januari 2015

1 jaar 'Meepraten met de jeugd'

Ik heb net vastgesteld dat het al (meer dan) een jaar geleden is dat ik mij door collega's liet overhalen om een nieuwsbriefje te maken over jongeren- en socialemediataal. Sindsdien hou ik alle leuke, nieuwe en actuele woorden bij in een lijstje, en een paar keer per week zoek ik daar prentjes en interessante links bij om een en ander uit te leggen.


De recentste afleveringen vind je nog online: http://bit.ly/ArchiefMeepraten. (Handige tip: als je het adres van een website wilt doorgeven, maar die staat vol codes die moeilijk zijn om te dicteren en/of over te typen: op http://bit.ly kun je die laten inkorten!) Wie geïnteresseerd is in een ouder trefwoord kan van mij nog altijd een link krijgen. Inschrijven kan onder andere op mijn Facebookpagina.